Het was weeral even geleden dat mijn vrouw Clo en ik nog eens met de moto op reis waren geweest. Daarom besloten we deze zomer een maand lang op onze R1100R door Frankrijk te trekken. De komende weken kan je hier onze ervaringen lezen als “motards in la douce France”.

Puzzelen met bagage

Met de moto op reis gaan is altijd een uitdaging qua bagage. Het feit dat we duo reizen op 1 moto en ook nog eens zoveel mogelijk wouden kamperen, dat was een extra uitdaging. Het eerste dat ik aankocht was een topcase van 52 liter. Ik ben nooit een fan geweest van topcases, nog steeds niet, maar gezien de omstandigheden kon het niet anders.


Gepakt en gezakt voor een maand op de baan.

Vervolgens was het een kwestie van de topcase, samen met de side cases en tanktas die ik al had, zo effectief mogelijk te vullen. Qua tent gingen we voor de Gossamer II tent van Jack Wolfskin die, eens geplooid, supercompact is. Qua matras gingen we voor 2 van de simpelste en vooral compactste luchtmatrassen die je kan vinden bij Decathlon, idem voor de slaapzakken. Doe er onder andere nog een Biolite vuur, een standaard kookset voor twee, een EHBO kit en kleren voor een kleine week bij en het puzzelen kan beginnen.

Al het zwaardere materiaal steken we zo veel mogelijk in de sidecases om het zwaartepunt zo laag mogelijk te houden. Al het lichtere materiaal en datgene waar we snel aan moeten, zoals de waterdichte lagen van onze jassen, zitten boven bovenaan in de topcase. Tot slot hangt bovenop de topcase een waterdichte Ortlieb zak met onze kleren gespannen.

Acclimatiseren in de Drôme

Onze eerste stop was Lens-Lestang, net onder Lyon, waar we bij een bevriend koppeld gedurende een kleine week wouden acclimatiseren aan de vakantie-modus alvorens onze Tour de France in te zetten. Clo was met vrienden al naar daar gereden om 14 juli te vieren, ik volgde een dag later met de moto.

Over die heenweg valt niet veel te vertellen. De autoroute du soleil is saai en eentonig, zeker voor een motard. Podcasts, audiobooks en een paar goede albums maken de rit iets minder saai, maar neem het van me aan dat ik heel blij was om een dikke 7 uur later de motor finaal op z’n middenbok te kunnen zetten en aan de apéro te beginnen.

Péagekosten tot Lyon komen met de moto op ongeveer 30 euro. Vergeet met de drukke weekends niet op tijd te tanken, zeker als je super 98 wil tanken. In twee van de tankstation waar ik stopte was de voorraad op.


Gepakt en gezakt voor een maand op de baan.

To the Alps!

Na de eerder vernoemde acclimatisatie laden we een kleine week later, op onze eigen Nationale Feestdag, alle koffers op de BMW, krik ik de achterveer een paar standen hoger en kan het echte avontuur beginnen. Eerste stop: de Alpen!

De heuvelachtige baantjes van de Drome maken langzaam maar zeker plaats voor de cols en haarspeldbochten van de de Alpen. Via bekend in de oren klinkende ski-steden als Grenoble en Les Deux-Alpes komen we uiteindelijk aan op de Col d’Izoard, aan de rand van het Queyras natuurgebied. Boven nemen we even de tijd om het zicht in te nemen en vast te leggen.

Op 2300 meter zit je met ijle lucht: in de afdaling begint de uitlaat te knallen door een te rijk mengsel, vooral tijdens remmen op de motor. Als je niet weet wat er aan de hand is, is het de eerste keer toch even schrikken. Het is de eerste keer dat ik op zo’n hoogte met de moto rijdt. Net voor Arvieux slaan we op ongeveer 1900 meter af richting onze eerste camping: Le Planet/L’Izoard.

Net als we arriveren breekt de hemel open. In de gietende regen ga ik snel onze tent opzetten terwijl Clo alvast in de overdekte bar aan de ingang van het domein gaat zitten. Bij terugkomst staan er een charcuterieplank en een koude Lachouffe van het vat klaar. Enige irritatie omwille van de regen vervliegt meteen.

Op grote hoogte

De volgende dag rijden we naar de andere kant van het park om het dorp Saint-Véran te bezoeken, één van de hoogste in Europa en enkele jaren geleden verkozen tot het mooiste van Frankrijk. De meeste wegen in het park zijn een droom voor elke motard. Het wemelt er van gelijkgezinden en ik had zelfs de indruk dat autobestuurders over het algemeen in de minderheid waren.

Doe zeker de moeite om ook het dorp zelf te bezoeken, om je moto te parkeren moet je bij aankomst 1 euro betalen. De opzichters houden als je dat wil graag je helm voor je bij. Voor de lunch is “Le Grand Mechant Loup” zeker aan te raden. Naast een dagmenu kan je er gevulde zouten pannenkoeken krijgen en een Tripel Karmeliet van het vat voor de liefhebbers. Achteraf kan je langs een kruisweg tot aan een kapel op één van de hoogste punten stappen. Ook hier stelt het uizicht allesbehalve teleur.

De volgende dag ondernemen we een korte maar krachtige wandeling op de GR-route die door de kamping loopt. Even later arriveren we op een Alpenweide en drinken thee aan het huis van een koppel dat er met hun kinderen woont. Naast hun typische houten huis staan er ook 2 “glazen yurts” die je voor de nacht kan huren. Door de koepel kan je dan naar de sterren staren.

Bekijk de route op Google maps. Volgende keer zakken we in deel 2 langzaam maar zeker af naar de Provence.

Gil

Gil Plaquet (29) bracht als kind vele zomerzondagen door achterop de Intruder '92 van zijn vader. In 2010 nam hij grootvaders BMW R1100R '97 over en zette sindsdien als stevig wat kilometers op de teller. Als freelance fotograaf en IT support is zijn motorrad zijn dagelijks werkpaard.

 


Reacties

Myriam Plaquet - 10 september 2017 - 08:14

Heel interessante reportage met prachtige beelden. Nuttige informatie voor diegenen die uw voorbeeld willen volgen. Keep on traveling!

Antwoord

avatar image

Annuleer

Geef een reactie

Antwoord

avatar image

Gepubliceerd op
08/09/2017
Auteur
Gil

Gepost onder

Reisverslagen